There's no substitute for cubic inches? Fout!

De Amerikanen en liefhebbers van de geweldige auto’s van dat continent lijken het als lijfspreuk te hebben: There’s no substitute for cubic inches. Dat mag van toepassing zijn op de drag strip, maar op het circuit van Goodwood is een andere werkelijkheid van kracht. Een werkelijkheid die mij veel meer aanspreekt.

Kijk zelf maar eens hoe Chris Ward in de E-type van J.D. Classics diverse Cobra-temmers het leven zuur maakt. In eerste instantie lijken de Anglo-Amerikaanse hybrides er vandoor te gaan en de Jaguar kansloos achter te laten. Tot de bochten ook eisen gaan stellen aan remmen en onderstel.
Ondanks dat een standaard E-type een paar honderd kilo zwaarder is dan de Amerikaan (hoe het met de racers gesteld is weet ik niet), lijken de remmen veel beter berekend op hun taak, want Chris remt de gifslangen er compleet uit.

Chris Ward is ook niet de eerste de beste hobby-coureur. Twintig jaar lang was hij hoofd-instructeur en circuit manager op Silverstone. Tegenwoordig is hij werkplaatschef bij JD Classics. Eigenaar Derek Hood van JD Classics laat Chris al 15 jaar in zijn auto’s racen, dus aan ervaring ontbreekt het in het geheel niet. Overigens kunnen we er van uit gaan dat de competitie ook sterk is. Zien we daar de Cobra van David Hart (blauw met rode streep, nummer 1) rijden? Dat betekent dat óf David óf Giedo van der Garde achter het stuur zit. David heeft veel ervaring in klassieke kanonnen. Zo rijdt hij regelmatig in een Lola T70 Mk3, maar heeft hij ook een Ferrari 250 GT Competizione uit 1964, een Ford Mustang en een Chevrolet Corvette. Giedo heeft vooral ervaring in modernere raceklassen. Beide mannen zijn dus zeker geen groentjes.

Daarom kunnen we waarschijnlijk veilig beweren dat een gebrek aan motorinhoud afhankelijk van het circuit best te compenseren is door een beter onderstel en fijnere remmen. En als ik tussen de twee mocht kiezen, dan wist ik wel waar mijn keuze op zou vallen. Waarvoor kiezen jullie? De E-type is reeds bezet…